|
|
|
|
Om kennis te beheren, maken we gebruik van IT-systemen. Informatie over klanten, producten en diensten worden opgeslagen in applicaties die daarvoor speciaal worden ontwikkeld (CRM, ERP…). Procedures, werkmethoden, verslagen, contracten en andere documenten worden opgeslagen in document management systemen (DMS). Gegevens over medewerkers worden bijgehouden in personeelsinformatiesystemen (PI).
In onze westerse, steeds meer op diensten gerichte economie zijn deze IT-systemen van cruciaal belang om efficiënt en effectief te kunnen opereren als organisatie. De ontwikkeling van online-diensten tijdens de afgelopen jaren heeft de impact van IT op het bedrijfsleven nog drastisch verhoogd.
Het is dan ook beangstigend te moeten vaststellen dat een zeer groot percentage van de opgestarte IT-projecten niet tot het juiste resultaat leidt. Maar al te vaak worden deze IT-projecten immers enkel op het technische vlak voorbereid.
Al even beangstigend is de vaststelling dat grote organisaties steeds meer IT-specialisten nodig hebben om hun bestaande applicatiepark mee te laten evolueren met de ontwikkeling van hun organisatie. In het bestaande kluwen van applicaties wordt het steeds moeilijker om de echte transacties te kunnen onderscheiden en heeft elke wijziging in datastructuur of processen een zware impact.
Werkende IT-systemen overstijgen het technische niveau. De basis van een applicatie is natuurlijk dat hij stabiel is op technisch vlak. Maar pas dan begint het eigenlijke werk. De applicatie moet geconfigureerd worden (bedrijfsspecifieke inrichting); deze configuratie moet beheerd worden (functioneel beheer); de gebruikers moeten opgeleid en vooral begeleid worden (verandermanagement) en het gebruik van de applicatie moet gecontroleerd worden (governance).
Pas wanneer deze stappen zijn gezet en wanneer het resultaat in de dagelijkse werking van de organisatie is geïntegreerd, kan men spreken van ‘werkende IT-systemen’. |
|
|
|
|
|